In een bewegingsstal leven paarden en pony’s op natuurlijke wijze samen. Zo’n stal heet ook wel een HIT-actiefstal, of kortweg actiefstal. Van de boxen zoals je die op de meeste maneges ziet, verhuisden onze paarden en pony’s in 2004 naar een groot gebied waar ze vrij samenleven en spelen. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar we zijn nog altijd heel blij met onze keuze.
Daarom de bewegings- of actiefstal
Veel paarden in Nederland leven in stallen van 3 bij 3 meter of in zogenaamde ‘stands’ van 1,5 bij 2,5 meter. Een paard in een box of een stand beweegt te weinig en is afhankelijk van de eigenaar voor één of een paar uur beweging per dag. Dat betekent dat de paarden altijd nog zo’n 22 tot 23 uur stil staan en hun eten aangereikt krijgen. Paarden zijn echter van nature kuddedieren die in een groep de hele dag bezig zijn met eten, drinken en het hebben van sociale contacten.
Zo werkt de actiefstal
In de actiefstal leven de paarden nu als groep in een gebied rond de manege. Ze hebben hier een stuk bos, een drinkplek, een beschutte ruimte met zand om te liggen, een grote vlakte om te lopen, diverse hooi- en stro-eetpunten, plus een krachtvoerstation. De paarden krijgen gedurende de dag 20 kleine porties krachtvoer. Daarnaast kunnen ze 20 keer per dag ruwvoer ophalen. Ze staan dag en nacht, zomer en winter, buiten. En nee, de paarden hebben het niet snel koud. Met hun fysiek kunnen ze grote temperatuurschommelingen prima hebben. Lees hier meer over temperatuur (het 5e onderwerp van boven).
Reden 1: Voldoende beweging
Krachtvoer, hooi, water en ligruimte zijn stuk voor stuk op redelijke afstand van elkaar geplaatst, zodat de paarden wel in beweging moeten komen en verschillende trajecten afleggen om aan hun voerbehoefte te voldoen. Zo krijgen ze net als in de natuur veel beweging. Door die constante beweging is hun doorbloeding veel beter.
Reden 2: Natuurlijke rangorde
Binnen de groep ontstaat een natuurlijke rangorde. De paarden lopen de hele dag in de frisse lucht.
Door deze vorm van paardenhouden komen koliek en stereotype gedragingen zoals weven, kribbijten en luchtzuigen nauwelijks meer voor. De paarden zijn veel meer in balans.
Reden 3: Rustigere lessen
Doordat ze samenleven in de bewegingsstal, worden ruzietjes en rangorde uitgevochten in die stal. Niet meer in de bak en tijdens de les. De paarden en pony’s hebben daardoor meer de focus op de ruiter. Ook hebben ze geen ‘stalmoed’ meer. Ze zijn minder schrikachtig en meer gewend aan rumoer om hen heen.
Reden 4: Minder arbeidsintensief
Een deel van de verzorging van de paarden – en precies het deel dat het meest arbeidsintensief is – is niet meer nodig. Denk aan opstrooien, uitmesten, mest afvoeren en zo’n 4 x per dag voeren.
Reden 5: Heerlijk om naar te kijken
Vanaf het terras bij de foyer is het heerlijk uitkijken over de paarden. Soms staren de paarden gebiologeerd naar het terras – wie kijkt nou naar wie? – of naar een les in de buitenmanege. Andere keren zijn ze met elkaar aan het spelen en stoeien, wat een mooi inkijkje geeft in het natuurlijk gedrag van de paarden en pony’s.
Maar waarom doet dan niet iedereen het?
Je hebt allereerst een aantal geavanceerde voederunits nodig, waaruit paarden zelf hun voedsel kunnen ophalen. De voederunit herkent het paard aan de chip in de hals en geeft het voer op maat uit. Op die manier krijgt elk paard het voer dat het nodig heeft, ook als het onderaan de rangorde staat. Zo’n systeem is wel een investering.
Verder zien sommigen het als nadeel dat:
- Je alle paarden een half uur voor de lessen uit de bewegingsstal moet halen, waar 1 persoon bijna 20 minuten mee bezig is.
- De ruiters alleen nog bij het poetsen, zadelen en nazorgen contact hebben met de paarden.
- Paarden elkaar beschadigen (vooral in de eerste weken), overigens meestal zonder ernstig letsel.
- Je 2 x per dag mest uit de loopruimte moet halen. Wij doen dit nu met een borstel op de shovel.
- De dierverzorgers voldoende technisch gevoel en kennis nodig hebben om met schrikdraad, slagboompjes, computer en machinaal vullen om te kunnen gaan.
Wat wij in bijna 15 jaar geleerd hebben
De nadelen wegen niet op tegen de voordelen – dat is onze eerste les. Dit zijn de andere:
- Sommige paarden vonden het spannend dat ze elke 15 seconden biks in hun bak kregen als ze aan het eten waren. Een aantal at daardoor zo langzaam dat ze teveel verzamelden.
Onze oplossing: we verruimden de tijd naar 30 seconden, maar alleen bij die laatste paarden. Bij de anderen hielden we de 15 seconden in stand. Die zouden zich anders gaan vervelen.
- Dominante paarden jaagden de lagere uit de voedersystemen.
Onze oplossing: we maken de uitloopschotten langer, zowel bij het krachtvoerstation als bij de hooidoseerders.
- De slagboompjes bij de in- en uitgang van de actiefstal waren te kwetsbaar, de stroomaansluiting ging snel kapot en de boompjes braken.
Onze oplossing: andere geleiders voor stroom, waardoor ook de boompjes sterker zijn geworden.